Hogescholen stoppen met nationale studentenenquête (nse)
Onderstaande bericht hebben wij overgenomen uit ScienceGuide
(Nieuws | van de ScienceGuide redactie 26 maart 2019 ) en als onderzoekers voorzien van onze eigen mening.
De Vereniging Hogescholen stapt per direct uit de Nationale Studentenenquête van 2019. Daarmee doet de koepel, in ieder geval tijdelijk, afstand van de ranking van opleidingen
Terwijl studenten op alle instellingen nog actief worden aangespoord om de Nationale Studentenenquête (NSE) in te vullen heeft de Vereniging Hogescholen (VH) besloten zich terug te trekken uit het proces. De hogescholen doen dit jaar dus niet mee aan de NSE en de resultaten van de lopende enquêtes worden ook niet bekendgemaakt.
zorgen over privacy
De VH stelt zich van het proces afgekeerd nadat bleek dat er grote zorgen waren over de betrouwbaarheid van de data. Een combinatie van technische weeffouten en de nieuwe Algemene Verordening Gegevensbescherming ertoe hebben geleid dat er een situatie is ontstaan waarin het niet meer zeker is dat de student werkelijk studeert aan de opleiding waarvoor deze de NSE invult. “De kwaliteit van studiekeuze-informatie mag niet ter discussie staan,” stelt de VH op hun site.
Toch hoort ScienceGuide van ingewijden dat de zorgen over betrouwbaarheid bepaald niet de enige reden was om het proces zo rigoureus af te breken. Al langer is de discrepantie tussen de kwaliteit van de aangeleverde informatie en enorme waarde die aan de NSE wordt gehecht instellingen een doorn in het oog.
Eerder dit jaar was er onrust over het feit dat de Universiteit Utrecht zich terug zou willen trekken uit de NSE. Bronnen binnen de VSNU vertellen ScienceGuide dat de instelling met kunst en vliegwerk, en een groot aantal beloften over verbetering, net op tijd is binnengehouden. Vooralsnog blijft de VSNU aan boord voor de NSE 2019, zo laat woordvoerder Bart Pierik weten. “Al 230.000 studenten hebben de NSE ingevuld en wij denken dat we – met een onafhankelijke check – nog goede kansen hebben om de data te kunnen gebruiken.”
wat is de nse?
De NSE wordt jaarlijks afgenomen onder studenten in het (hoger) onderwijs en heeft een opmerkelijk hoge opkomst die loopt in de honderdduizenden. De enquête wordt jaarlijks in opdracht van het ministerie OCW afgenomen en verwerkt door Studiekeuze123.nl. Uiteindelijk komen de resultaten terecht in onder meer de Keuzegids en die studenten gebruiken voor hun studiekeuze.
De ontstaansgeschiedenis van de NSE is een lange en ingewikkelde. Wat begon als een initiatief van journalisten is uiteindelijk uitgegroeid tot het belangrijkste ingrediënt voor de studiekeuze van veel aanstaande studenten. Het waren de studentenbonden die in 2008 de oud-staatssecretaris van onderwijs Mark Rutte zo ver kregen om het initiatief van een website te realiseren.
het enige voorlichtingsinstrument
Voorzitter van de Landelijke Studentenvakbond Carline van Breugel vertelt ScienceGuide de situatie te betreuren. “De NSE heeft enorme waarde voor studenten als het om voorlichting en evaluatie gaat. Als er te weinig studieplekken zijn dan is het goed dat de opleiding dat weet en erop kan handelen.” Volgens Van Breugel is er zonder NSE geen onafhankelijk informatiepunt voor voorlichting meer.
Het is volgens Van Breugel wel tijd voor een herijking van de interpretatie van de NSE. “De NSE gaat over studiebeleving van studenten.” Het is volgens de LSVb dan ook geen directe graadmeter van de kwaliteit van de kwaliteit van een opleiding. “Sommigen gaan wel erg ver met het (over)interpreteren van de resultaten. Dat laat ik aan hen, maar het is niet hoe wij er naar kijken.”
Bovenal hoopt Van Breugel dat de VH voor de NSE 2020 weer meedoet. “Ik geloof dat het mogelijk is de NSE zodanig in te richten dat er geen risico’s zijn wat betreft de privacy van de respondenten. Resultaten mogen in ieder geval nooit herleidbaar zijn naar individuen.”
Zie ook: Scienceguide
NIDAP opinie
Wij zijn uiteraard bekend met de onderzoeksdata van NSE. Een objectieve, betrouwbare en geanonimiseerde peiling onder grote (representatieve) aantallen studenten, zijnde de primaire ‘klanten’ van hogescholen en universiteiten is natuurlijk van grote waarde. Niet alleen voor de studie-zoekende student en het ministerie als opdrachtgever zelf, maar ook voor de faculteiten en domeinen van hbo en wo instellingen.
Idealiter zou dit onderzoek per hogeschool/universiteit en per opleiding of studie betrouwbare representatieve scores moeten opleveren. Dat is helaas niet altijd mogelijk al was het maar omdat sommige bachelor-opleidingen te kleine aantallen studenten hebben waardoor de netto-steekproef wel heel ‘dun’ wordt. En dan is er nog de complicerende factor dat er per opleiding bij één hogeschool soms meerdere varianten en/of vestigingen zijn. De privacyregels bemoeilijken het rapporteren over kleine aantallen studenten bij specifieke opleidingen ook nog eens. Misschien zijn de ‘verwachtingen’ ten aanzien van wat wel en wat niet kan met dit onderzoek bij hbo- en wo- instellingen te hoog.
In die zin is een herijking van dit onderzoek nuttig en nodig, niet alleen gezien de in het bovenstaande genoemde argumenten maar ook gegeven ontwikkelingen op de arbeidsmarkt (snel veranderende competenties en skills-sets), de trend dat steeds meer opleidingen door de student zelf worden samengesteld (en of op meerdere onderwijsinstellingen worden gevolgd) en de opkomst van nieuwe, relatief kleine opleidingen zoals Associate degrees op hogescholen. Studenten en pas afgestudeerden zijn naar onze ervaring enorm betrokken en bereidwillig om hun mening over hun studie te geven in enquêtes. Zij dragen niet zelden zeer bruikbare verbeterpunten aan.
Het zou zonde zijn om een grootschalige monitorstudie als het NSE niet verder door te ontwikkelen gericht op de kwaliteit van het hoger onderwijs in het algemeen, de aansluiting op de arbeidsmarkt en op de behoefte van de student in het bijzonder.