Samenvatting strategische agenda hoger onderwijs

De Minister van Onderwijs heeft in december 2019 haar Strategische Agenda Hoger Onderwijs gepubliceerd en naar de Tweede Kamer gestuurd. In deze strategische agenda zijn vier ambities met bijbehorende maatregelen voor de komende jaren geformuleerd die hieronder zijn samengevat. De komende jaren zullen hogescholen en universiteiten werk maken van aantrekkelijk flexibel onderwijs voor werkenden. NIDAP ondersteunt hen hierbij.

1. Toegankelijker hoger onderwijs en groter studentsucces

De ambitie is om de toegankelijkheid en het studentsucces voor alle studenten te vergroten.Iedere student heeft iets anders nodig om succesvol te zijn en daar moet ruimte voor zijn. Het doel is dat studenten instromen op de juiste plek of daar zo snel mogelijk terecht komen, zich breed kunnen ontwikkelen en de opleiding met succes kunnen afronden.

Maatregelen die in gang worden gezet, zijn onder andere:

• OCW werkt met hogescholen en universiteiten aan een Expertgroep Toegankelijkheid Hoger Onderwijs, die eraan moet bijdragen dat de praktijk en het beleid voor toegankelijkheid gebaseerd zijn op de nieuwste inzichten.

• Om elke student gemakkelijker en sneller op de voor hen juiste plek te krijgen, werken hogescholen en universiteiten onder de noemer ‘wisselstroom’, intensiever samen in de regio. Doelen zijn de verbetering van het studiekeuzeproces, meer doorstroommogelijkheden tussen hbo en wo, en meer flexibele leerpaden.

2. Flexibel hoger onderwijs

De ambitie is dat over vier jaar meer instellingen flexibel onderwijs verzorgen, waarmee goed en snel wordt ingespeeld op de vraag van verschillende groepen studenten, waaronder (werkende) volwassenen. Het aantal en aandeel werkende volwassenen in het hoger onderwijs is dan substantieel toegenomen. Digitalisering biedt veel mogelijkheden om dat te bereiken.

Maatregelen die in gang worden gezet, zijn onder andere:

• Hogescholen en universiteiten zullen voldoende aanbod voor werkenden realiseren. Leven lang ontwikkelen vergt andere onderwijsvormen. Het wordt daarom mogelijk voor studenten om hun opleiding meer te faseren, te temporiseren of te versnellen. Deze flexibele, modulaire deelname verlaagt voor studenten de drempel en bevordert de toegankelijkheid.

• Samen met SZW stimuleert OCW de vraag naar leven lang ontwikkelen, onder meer door het STAP-budget en een digitaal overzicht van de scholingsactiviteiten.

3. Betere aansluiting op de arbeidsmarkt en samenleving

De samenleving en arbeidsmarkt veranderen snel. De aansluiting van het hoger onderwijs daarop is en blijft van cruciaal belang. Daarmee neemt het belang aan brede vaardigheden toe en verandert de gevraagde vakspecifieke kennis in hoog tempo. Dat vraagt van hogeronderwijsinstellingen dat ze in samenwerking met elkaar en in dialoog met maatschappelijke partners, blijven werken aan vernieuwing van het onderwijsaanbod. Over vier jaar is er een betere balans tussen de behoefte van de samenleving en dat wat instellingen te bieden hebben. Daarvoor worden onder andere de volgende maatregelen in gang gezet:

• Voor de aansluiting van opleidingen of samenhangende disciplines in het Nederlandse hoger onderwijs op de arbeidsmarktvraag en maatschappelijke doelen is continu aandacht nodig. De strategische samenwerking door middel van sectorplannen of door sectorale verkenningen wordt krachtig voortgezet. In deze sectorplannen vindt op elkaar afgestemde prioritering van onderwijs en onderzoek plaats. Betrokkenheid van het werkveld en maatschappelijke partners is hier onderdeel van.

• Om in het hoger beroepsonderwijs te komen tot een goed masteraanbod is het van belang dat het aanbod aansluit bij behoefte van arbeidsmarkt en samenleving en onderscheidend is van het bestaande aanbod. De Vereniging Hogescholen zal een gezamenlijk plan opstellen voor een goed masteraanbod, met professionele masters.

4. Regionale verankering en internationale samenwerking

Hogescholen en universiteiten zijn steeds meer de spil in de regionale ecosystemen. De ambitie voor de komende vier jaar is dat deze positie verder wordt versterkt en uitgebouwd. Maatregelen die in gang worden gezet, zijn onder andere:

• Voor de regionale ecosystemen werken de hogescholen verder aan de uitbouw van praktijkgericht onderzoek en aan de uitbreiding van Centers of Expertise (CoE’s). De hogescholen komen op uitnodiging van OCW met een voorstel voor een onderscheidende derde cyclus in het hbo, leidend tot een onderscheidende titel, zoals een professional doctorate. De regionale samenwerking is ook vaak noodzakelijk om in de internationale top mee te kunnen doen. Het Nederlandse hoger onderwijs en onderzoek leveren op dit moment prestaties van wereldformaat. De inzet is om dit zo te houden en – waar mogelijk – te versterken. Gelet op de grote inspanningen in de VS en Azië, is krachtenbundeling op Europees niveau in toenemende mate van belang. Maatregelen die in gang worden gezet, zijn onder andere:

• Om aansluiting te houden bij de mondiale kennisvoorhoede, werken universiteiten, hogescholen en maatschappelijke partijen nauwer samen op het gebied van onderzoek, ook in EU-verband.

• Om het Nederlandse hoger onderwijs beter internationaal te positioneren, zal OCW met betrokken partijen een strategisch kennisbeleid opstellen.

NIDAP

NIDAP ondersteunt al meer dan 25 jaar hogescholen, universiteiten en consultancies bij het onderbouwen van keuzes aangaande de leven lang leren strategie en het onderscheidend flexibel onderwijsaanbod voor werkenden. Wij onderzoeken de opleidingsbehoefte en leervoorkeuren van werkenden, de vraag vanuit en aansluiting op het werkveld en de arbeidsmarktontwikkeling binnen specifieke kennisdomeinen en de rol en marktpositie van aanbieders.

Vorige
Vorige

ABN-AMRO: Corona-virus wordt katalysator voor e-learning

Volgende
Volgende

Zorg en welzijn is de grootste opleidingsmarkt in Nederland