56 plussers en de toekomst

Vorig jaar deden wij wederom ons jaarlijkse onderzoek onder Nederlandse consumenten, werkend of niet werkend, die op zoek zijn of zijn geweest naar een opleiding, cursus of training. Als onderzoekers volgen wij de Nederlandse opleidingsmarkt al meer dan 25 jaar. Wij vergelijken waar dat kan onze conclusies met onderzoekuitkomsten van het CBS.

Tussen 2013 en 2017 groeide het aantal hbo-niveau en hoger opgeleide vrouwen dat een opleiding, cursus of training zocht veel harder dan het aantal mannen op datzelfde niveau. Op zich is dat geen nieuws. Er zijn meerdere oorzaken te benoemen en te bedenken: meer vrouwen zijn werkzaam in onderwijs en zorg waar (bij-) scholing meer en meer verplicht is en wellicht speelt ook mee dat meer vrouwen op latere leeftijd kiezen voor een ander beroep of hogere functie.

CBS-2017-Artikel-linkedin-augustus-lang.png

In onze studie maken wij onderscheid tussen groepen personen die werkzaam zijn in loondienst en zij die werken als zzp-er of werkzoekend zijn. Wat hierbij opvalt is zowel de zzp-ers als de werkzoekenden ongeveer in gelijke mate opleidingen of trainingen volgen of daar naar op zoek zijn. Zzp-ers, waarvan wel gezegd wordt dat zij -bij gebrek aan vaste aanstelling- niet in hun opleidingskosten gefaciliteerd worden, investeren dus wel degelijk in hun professionaliteit. Werkzoekenden eveneens, mogelijk daarbij financieel ondersteund door stimulering vanuit overheidswege cq UWV.

De beroepen waarin zij  -jong en oud- zich met name op- of bijscholen zijn hoofdzakelijk dienstverlenend: financieel, coaching, zorg, maatschappelijk werk, welzijn, voeding en verzorging.

Kijken we naar de leeftijd dan wordt duidelijk dat het vooral gaat om relatief oudere zzp-ers en werkzoekenden, dus in de leeftijd van 56 tot 64 jaar. Sterker nog: in alle andere leeftijdscategorieën (jonger!) is er niet zo’n groot verschil tussen persoon in loondienst en zzp-ers/werkzoekenden dan bij de 56+ groep. Het opschuiven van de pensioenleeftijd, de verregaande informatisering en rationalisering van werkprocessen, de hogere salariswensen (of eisen) dan jongere vergelijkbare werkzoekenden en de (mede daardoor helaas nog altijd) lagere aantrekkelijkheid voor werkgevers zijn genoeg redenen om zich te willen of moeten scholen.

NIDAP-2018-Artikel-linkedin-augustus.png

Overigens kan uit deze cijfers niet de conclusie worden getrokken dat 56 plussers in loondienst relatief weinig opleidingen of trainingen volgen. De groep als geheel (wel of niet in loondienst) zijn de grootste volgers van korte opleidingen en trainingen. Daarbij volgen zij ook intern, dus bij de werkgever cursussen en trainingen. Wel kunnen we uit het onderzoek opmaken dat werkenden op deze leeftijd de kleinste groep zijn die langere opleidingen (bijvoorbeeld een deeltijd HBO volgt), hetgeen weer niet zo verwonderlijk is. Hierbij doen zij niet onder voor personen tussen de 25 en 30 jaar. Maar die hebben, nog maar net na hun middelbare of hogere vooropleiding, nog een hele toekomst voor zich.

Vorige
Vorige

Het hoger bedrijfsdiploma (hbd): interessant voor werkenden met een mbo-4 of  havo diploma niveau

Volgende
Volgende

Bedrijfsscholen zijn bezig met een opmars