Driekwart van de werkenden wil niet op cursus
De klacht is al jaren hetzelfde. Personeelsfunctionarissen die ik ontmoet zeggen dingen als: ‘We snappen het niet. Mensen kunnen bij ons bijna elke cursus volgen die ze willen. Ze krijgen er tijd en geld voor. En tóch doet driekwart van de mensen helemaal niets.’
Ik ben deze week eens in de cijfers gedoken. Dat driekwart van de werkende mensen zich niet schoolt, blijkt niet zomaar een losse schatting te zijn van een paar ontevreden HR-mensen. Recente research laat zien dat de grote meerderheid van de Nederlandse werkenden de schoolbanken mijdt.
Onderzoeksbureau NIDAP zet jaarlijks de cijfers en trends op een rijtje op het gebied van personeelsontwikkeling. En inderdaad: 27 procent van de medewerkers in bedrijven volgt jaarlijks een opleiding. Daarbij gaat het vooral om trainingen en korte cursussen. Het gemiddelde jaarlijkse leerbudget dat werknemers ter beschikking hebben, is 950 euro. Van de mensen die een opleiding volgen, neemt 78 procent daartoe zelf het initiatief. De helft van de werkenden kan tegenwoordig helemaal zelf opleidingen kiezen en zich inschrijven.
In de meeste officiële berichten zijn HR-mensen hier positief over. En eerlijk is eerlijk: in vergelijking met andere Europese landen doet Nederland het helemaal niet slecht, blijkt uit cijfers van het CBS. Maar binnenskamers en in anonieme enquêtes wordt er gemord door personeelsmensen.
Werkgeversvereniging AWVN bracht eind vorig jaar in kaart hoe het is gesteld met de investeringen in duurzame inzetbaarheid bij haar achterban. In veel cao’s zijn daarover afspraken gemaakt met de vakbonden en in één op de drie bedrijven is er specifiek budget voor. Maar alleen het ter beschikking stellen van budget blijkt niet voldoende, zeggen de respondenten. Ze vinden dat werknemers onvoldoende bezig zijn met hun ontwikkeling en hun loopbaan op de langere termijn.
Wat kan daarvoor de reden zijn? Een paar verklaringen die ik hoorde van personeelsmensen:
– Niet alle medewerkers weten dat er überhaupt budget is voor opleidingen. Binnen veel organisaties worden de mogelijkheden actief gepromoot, maar bij andere bedrijven staat de informatie weggestopt op het intranet.
– Medewerkers hebben het te druk. In veel sectoren is er een tekort aan personeel. Bovendien geldt in veel banen dat je werk zich domweg opstapelt als je een dag weg bent voor een training. Een ‘dagje vrij’ is het allang niet meer.
– Medewerkers vinden het vervelend om op cursus te gaan terwijl hun collega’s doorploeteren. Sommige bedrijven organiseren om die reden voor alle medewerkers tegelijk bijscholingsdagen.
– In het primaire proces speelt scholing geen rol. Leidinggevenden praten met mensen alleen over het werk dat moet gebeuren en niet of nauwelijks over hun ontwikkeling op de langere termijn.
– Een deel van de mensen is misschien juist blij dat ze van school zijn en geeft gewoonweg geen zin.
Hoe het precies zit? Ik ben er nog niet uit. Opmerkelijk blijft het wel. Ondanks dat we al decennia praten over lerende organisaties, duurzame inzetbaarheid en een leven lang leren, spijbelt driekwart van de werkenden liever dan dat ze een dagje teruggaan naar de schoolbanken.
Ben Tiggelaar
(verschenen als column in NRC)